Mijn vijf favoriete fantasyboeken
Door Johan Klein Haneveld (fantasize.nl)
Mijn vijf favoriete fantasyboeken (van dit moment)
Het maken van lijstjes met favorieten is altijd een hachelijke zaak. Eenmaal opgeschreven lijkt het in steen gebeiteld en dat is het natuurlijk nooit. Over zes maanden zou ik wellicht heel andere boeken in mijn top vijf plaatsen. Met het samenstellen van een lijstje sluit ik automatisch een hele serie boeken buiten die ik ook heel erg goed vind. Zijn ze dan zoveel slechter dan de boeken die de top bereikten? Zou ik ze niet aan lezers aanraden? Het punt is alleen dat een top 20 of top 50 zo lang zou worden en in de beperking toont zich de meester. Gezien het feit dat het tweede deel van mijn fantasyduologie De Krakenvorst Boek 2: Kartaalmon onlangs is uitgekomen, heb ik geprobeerd op een rijtje te zetten wat op dit moment naar mijn mening de vijf beste fantasyboeken zijn die ik in mijn leven heb gelezen.
Als ik een fantasyboek ga lezen let ik altijd op bepaalde aspecten die bepalen hoe ik het boek waardeer. Wat mij ten eerste aanspreekt in goede fantasy is een interessante setting dan wel wereld. Waar science fiction zich vaak, althans in theorie, afspeelt in ons eigen universum waar de voor ons bekende natuurwetten gelden, kunnen schrijvers in fantasyverhalen werelden scheppen op basis van totaal andere uitgangspunten, zoals het bestaan van bepaalde vormen van magie, of een andere cyclus van seizoenen. Ik vind het dan wel heel tof als die wereld innerlijk consistent is uitgewerkt en dat de elementen die niet tot het ‘wat als …’ van de wereld behoren juist wel overeenstemmen met de werkelijkheid. Het leuke boekje The Tough Guide to Fantasyland van Diana Wynne Jones drijft de spot met de manieren waarop fantasyschrijvers de werkelijkheid negeren, bijvoorbeeld door niet over de economie van hun wereld na te denken, of paarden puur te zien als vervoermiddel. Een originele of een goed uitgebouwde wereld krijgt van mij pluspunten.
Ik let daarnaast vaak op de mate waarin ik meeleef met de hoofdpersonen. Ik ben zelf niet echt fan van zogenoemde ‘grimdark’ fantasy, waarin de hoofdpersonen dieven, moordenaars en huursoldaten zijn en in moreel opzicht op zijn hoogst donkergrijs. Maar hoofdpersonen die nooit aan zichzelf twijfelen en alles automatisch heel goed kunnen, zijn ook niet leuk. Leuke hoofdpersonen zijn menselijk, kwetsbaar, moeten soms lijden en krijgen niet alles op een presenteerblaadje aangeboden, maar kiezen er uiteindelijk voor niet bij de pakken neer te zitten maar te gaan voor de goede zaak. Ja, goede fantasy heeft naar mijn mening een moraal.
Ik hou er daarnaast ook van als verhaallijnen in een fantasyboek op een goede manier bij elkaar komen, zodat het einde recht doet aan wat eraan vooraf is gegaan, maar toch anders dan ik verwachtte. En levendige beschrijvingen vind ik ook mooi, avonturen waarbij het voelt alsof je er zelf bij bent, gevechten waarbij je elke slag zelf lijkt te voelen. Een goede actiescène schrijven is nog niet zo makkelijk, maar er zijn schrijvers die je laten vergeten dat je aan het lezen bent, zo word je door het verhaal opgeslokt.
Smaak is natuurlijk geen exacte wetenschap, dus niet elk boek dat ik mooi vind bevat al deze elementen en jij kunt om heel andere redenen boeken waarderen. Ikzelf geef bijvoorbeeld niet echt om literair taalgebruik – voor mij is taal een middel en geen doel. Hoe dan ook, de onderstaande boeken behoren in elk geval tot mijn favorieten.
Farseer Apprentice, Robin Hobb
Dit is toch wel mijn favoriete fantasyboek, of eigenlijk de hele reeks waar dit boek het eerste deel van is. Die begint echter erg sterk. De jonge Fitz, de bastaardzoon van de kroonprins, wordt bij het hof achtergelaten. Hij zou namelijk beschikken over de magie die eigen is aan de Farseerlijn. Hij wordt opgeleid tot moordenaar en raakt al snel betrokken bij mysterieuze overzeese aanvallen. Ondertussen worstelt hij echter om met zijn verboden gave contact te leggen met dieren en de samenzweerderige plannen van zijn oom. Kortom, hij heeft het niet gemakkelijk.
Wat Robin Hobb heel goed doet, is je met Fitz laten meeleven; ze laat je in zijn hoofd kruipen. Je wordt hem zolang het verhaal duurt en je voelt elke pijn en elke vernedering die hij doormaakt. Je bent blij als hij vriendschap sluit met de nar. Je zou hem door elkaar willen schudden als hij in zijn onervarenheid een onhandige keuze maakt. Ook al is het boek in de eerste persoon geschreven, toch weet Hobb jou als lezer een goed beeld te geven van de wereld waarin het verhaal zich afspeelt. En die is goed opgebouwd, met interessante conflicten en hints naar een rijk verleden.
Met elk volgende boek bouwt zij deze wereld verder uit, maar welke zaken er ook worden toegevoegd, nooit spreekt zij zichzelf tegen. Deze boeken blijven boeien, ook als je ze opnieuw leest. Meeleven met Fitz gaat gewoon nooit vervelen.
The Scar, China Miéville
Het fantasygenre lijkt wel eens vast te zitten in bepaalde patronen: een middeleeuws aandoende wereld, met volken die variaties zijn op vaste thema’s: elfen, dwergen, trollen en draken. Magiërs en koningen. Een object dat moet worden gevonden of vernietigd. Tolkien heeft de bedding uitgegraven waarin de rivier van het genre voortaan is blijven stromen. De verbeelding heeft echter geen grenzen en de mogelijkheden zijn letterlijk eindeloos.
Dat realiseerde ik me pas goed bij het lezen van de boeken van China Miéville. Zijn bekendste is Perdido Street Station, maar daar vond ik de zoektocht naar de motten wel wat lang duren. Op The Scar had ik niks aan te merken (maar ik ben dan ook dol op zeemonsters, vooral als ze uit een andere dimensie komen). Dit boek laat zien waartoe het fantasygenre in staat is. Bijna elke pagina bevat een nieuw idee; misdadigers die gestraft worden door ze met machines te verbinden, cactusmensen, een nogal eng muskietenvolk en een queeste over zee naar een scheur in de werkelijkheid. Daar bovenop komt nog een hoofdpersoon die het je niet altijd makkelijk maakt met haar mee te leven, maar die toch boven zichzelf uitstijgt en een einde dat niet te voorspellen was.
Ik hoop dat meer schrijvers zich hierdoor laten inspireren zodat het fantasygenre buiten zijn oevers treedt en er in plaats van één rivier talloze stromen ontstaan.
The Name of the Wind, Patrick Rothfuss
Als ik op festivals sta en met mede fantasyfans praat, krijg ik vaak de vraag of ik bepaalde boeken ken. Ze tasten natuurlijk af wat ik zelf goed vind en waar ze mijn boeken mee kunnen vergelijken. De schrijver die dan het meest genoemd wordt is Patrick Rothfuss. Gelukkig kan ik zeggen dat ik zijn boeken gelezen heb, meer nog, dat ik er heel erg van heb genoten en zelfs dat ze in mijn persoonlijke top vijf staan.
Een interessante opbouw waarbij een mislukte kroegeigenaar vertelt over zijn jeugd waarin hij een veelbelovende student was aan een magische academie wordt gekoppeld aan een rijke wereld. Die lijkt misschien op een standaard fantasylandschap, maar Rothfuss speelt op leuke wijze met de details. Zo is de magische opleiding erg leuk weergegeven, met interessante toepassingen voor de verschillende aspecten die worden onderwezen en als er een draak opduikt is dat een ander wezen dan je als fantasylezer verwacht en wordt die ook op een andere wijze verslagen. De hoofdpersoon Kvothe lijkt misschien alles te kunnen, maar hij is stokarm en de kenners van het boek weten waar hij eindigt.
Twee kleine minpuntjes: het overkoepelende verhaal met de Chandrian als tegenstanders vond ik nog niet veelbelovend en bovendien moet ik, met de andere fans, al jaren wachten op het derde deel van deze trilogie …
Deadhouse Gates, Steven Erikson
De serie Tales from the Malazan Book of the Fallen is gelukkig wél compleet. Tien boeken met vaak meer dan 1200 pagina’s elk. Bij andere series zou ik dan na een paar delen al zijn afgehaakt (zoals bij The Wheel of Time) maar deze serie blijft boeien. Dat is omdat de wereld rijker is dan welke andere fantasywereld ook. Steven Erikson is archeoloog en antropoloog en weet hier een gelaagdheid aan te brengen die ongeëvenaard is: een geschiedenis van miljoenen jaren, opeenvolgende volken en rassen, steden en gebieden die talloze keren van naam zijn veranderd.
Het Malazijnse rijk heeft veel volken in zich opgenomen, maar moet regelmatig haar legioenen er op uit zenden om de orde te bewaren. Op de achtergrond spelen de goden en vormveranderaars hun spelletjes, waarbij de tot godenstatus verheven voormalige keizer Kellanved de sluwste lijkt te zijn. Er zijn fantastische personages zoals Anomander Rake, maar nog indrukwekkender zijn de gewone mensen, de soldaten, met name die uit de Bridgeburners. Ik vind deel 2 het beste. Het continent ‘Seven Cities’ is in de greep van een religieuze opstand en de legereenheid van aanvoerder Coltaine moet vluchtelingen in veiligheid zien te brengen. Niet alleen worden hij en zijn soldaten belaagd door steeds nieuwe vijandige stammen, de rijke handelaren onder de vluchtelingen vinden dat zij voorgetrokken dienen te worden.
Dit boek bevat een paar van de meest sympathieke personages uit de serie, maar tegelijk heeft het een rauw, aangrijpend einde. De tweede keer dat ik het las wist ik wat er zat aan te komen, maar het maakte nog net zoveel indruk op me … Onverwacht, maar toch kloppend, met momenten van diep verraad en ongekende opoffering. Hoe grimmig deze boeken ook zijn en hoe de personages ook door de mangel worden gehaald, de centrale boodschap is die van medeleven en empathie, ook als niemand er getuige van is.
The Fifth Season, N.K. Jemisin
Het nieuwste boek op deze lijst, maar een absolute aanrader. Dit boek won niet voor niets de Hugo-award, net als het tweede deel van de serie. En deel drie lijkt ook op een Hugo af te stevenen. Een prijs garandeert echter niet dat ik een boek goed vind. Maar het maakt me wel nieuwsgierig. In dit geval was de prijs helemaal terecht.
Ook dit boek van N.K. Jemisin verliet namelijk de gebaande paden van een middeleeuwse wereld en standaard volken en magie. Hier is een wereld, ‘The Stillness’, waar bijna elke eeuw een enorme natuurramp het leven dreigt uit te roeien. De totale samenleving heeft zich er op ingesteld, en de mensen wonen in beschermde gemeenschappen met strenge regels. De strengste regel is die tegen de Orogenes, mensen met de gave energie te beïnvloeden, met name die van de aarde, waardoor ze aardbevingen kunnen tegengaan (en veroorzaken). Ik vond het interessant hoe wetenschappelijke kennis met magie wordt vermengd. Ook vind je hier hoofdpersonen met wie je meeleeft, ook als ze door de mangel worden gehaald en een fascinerend mysterie op de achtergrond.
Dit boek is tevens mooi geschreven. Ik ben zelf nogal sceptisch over verhalen die in de tweede persoon zijn geschreven, maar hier werkt het volgens mij heel goed. Een aanrader en ik hoop zelf snel het derde boek van de trilogie te kunnen lezen.
Mijn vijf favoriete fantasyboeken, eervolle vermelding: Fulia – Scherven van het Verbond, Joost Uitdehaag
Ook in het Nederlandse taalgebied wordt goede fantasy geschreven. Tot nu toe heb ik echter nog geen Nederlands boek gelezen dat een van de boeken uit mijn top 5 zou kunnen stoten. Een van de redenen daarvan kan zijn dat ik de Nederlandse schrijvers nog niet zo lang geleden heb ontdekt en dus nog geen kans heb gezien iets te lezen van Wim Gijsen, W.J. Maryson, Peter Schaap en Adrian Stone. Die achterstand hoop ik de komende jaren nog in te halen, want het potentieel is er zeker.
Zo zou ik niet aarzelen de Fulia-boeken van Joost Uitdehaag aan te bevelen. Die hadden zo in de plaats van The Fifth Season kunnen staan. Joost heeft een plezierige schrijfstijl, die het makkelijk maakt met het verhaal mee te leven. Hij schept fascinerende personages, die niet volmaakt zijn en scherpe randjes hebben, maar toch hun roeping volgen. Daarnaast is zijn wereld interessant. Een fascinerende religie, maar vooral een apocalyptische dreiging. De insectachtige demonen, de Mirrax, overweldigen de laatste vestingen van de mensheid en het lijkt al snel alsof Fulia en haar volgelingen als enigen zijn overgebleven…
Dit boek doet in niets onder voor het beste uit de internationale fantasyliteratuur en ik hoop dat het een breder bereik krijgt!
Ik was verder aangenaam verrast door Nachtval van Bas Kock, dat erg goed geschreven was. Ik was niet echt fan van de sprongen in de tijd die hij de lezer laat maken, dat maakte het wat verwarrend, maar het einde werkte wel heel goed en was verrassend. Ik wacht met spanning op deel 2.
Tot slot ben ik aan het lezen in Wintercode van Pen Stewart. Ook dat boek is van een hoog niveau. Sterk geschreven en een originele wereld, met een paar SF-elementen en een interessant uitgewerkte beschaving van Harpijen. Het komt niet vaak voor dat een boek me zo in de greep houdt, maar Stewart weet me steeds op het verkeerde been te zetten en ik leef echt mee met de personages. Nu al een topboek.