Interview met Pen Stewart
Door Natascha van Limpt (Qreative Minds)
INTERVIEW MET PEN STEWART
Pen Stewart is kunstenares en schrijfster, 40 jaar jong. In het dagelijks levens is ze, wel, vooral kunstenares en schrijfster, want eigenlijk is haar hele leven, de meeste uren van een dag, ingepland met die twee dingen in het achterhoofd, al van kleins af aan. Schilderen en tekenen deed ze al van toen ze een jaar of zeven was, en ze was ook altijd een fervent lezer. Vanaf het moment dat ze kon lezen, was de bibliotheek zowat haar favoriete plek om naartoe te gaan. Ze ging ook heel vroeg (op haar veertiende) naar een voltijdse professionele kunstschool: de Sint-Lucaskunstacademie in Gent, waar ze architecturale kunsten studeerde.
In december 2017 verscheen haar eerste roman, een cross-over van fantasy, scifi, psychologische thriller en drama/roman. Aan het boek werd een kunstproject gekoppeld: zesentwintig schilderijen werden erin opgenomen, en één werk werd ook als grote raamschildering opgenomen in het ‘Drawing Days Gent’-project, in september 2017.
Naast al dat schrijven en schilderen geniet ze ook volop van muziek, wandelen, de natuur, en op gelijk welk vlak dan ook nieuwe dingen scheppen. Zo ontwerpt ze voor de lol eigenlijk van alles in gedachten, huizen, tuinen, juwelen, noem maar op.
Onlangs kwam Wintercode uit. Kun je in je eigen woorden vertellen waar het boek over gaat?
Wintercode is mijn derde boek en een roman, de eerste twee boeken waren verhalenbundels. In de kern gaat het over hoe een dictatuur het leven van mensen beïnvloedt, hoe het hen tot bepaalde beslissingen drijft en hen soms dwingt iemand te worden die ze niet willen zijn. Het boek gaat ook over hoe discriminatie van hele bevolkingsgroepen ertoe kan leiden dat zo’n dictatoriaal regime een voedingsbodem krijgt om te floreren. De personages zijn binnen dat geheel boeiend, en onvermijdelijk gevormd en gedreven door die achtergrond. Voor hen gaat het verhaal ook nog over wat het verlies van geliefden met ons kan doen, en hoe ver het ons kan drijven om terug te winnen wat we kwijt zijn. Deze thema’s heb ik in een spannend avonturenverhaal gegoten met de nodige actie, romantiek, mysterie, intrige en dramatiek.
Hoofdpersonage Chloë ziet haar hele toekomst een abrupte wending nemen. Haar leven is opeens in gevaar, er worden moorden gepleegd, er wordt jacht gemaakt op haar, en niemand weet waarom of wie daarachter zit. Tegelijkertijd wordt ze gedwongen een rol te spelen op het internationale politieke toneel van haar wereld. Zal ze erachter komen wie, en waarom er iemand achter haar aan zit? En zal de relatie met haar voormalige geliefde Jake, en de excentrieke spionne, Hertogin Sia Nebura Raven, haar daarbij helpen, of juist niet?
Er staan afbeeldingen van zelfgemaakte schilderijen in het boek. Wat was eerder, de tekst of de afbeeldingen? Hoe houden ze verband met elkaar?
De tekst was er eerst, want ik had oorspronkelijk geen geïllustreerd boek in gedachten. Soms zien anderen net ietsje beter welke weg je best opgaat, dan jijzelf. Dat was zo bij Quasis Uitgevers. Zij vonden dat die twee zaken, schilderen en schrijven, nog nauwer moesten samengaan, omdat dat echt ‘ik’ was. Ze hadden helemaal gelijk, maar ik aarzelde wel om er voor te gaan. Die eeuwige twijfel die de meeste kunstenaars en schrijvers plaagt, kreeg ook mij (weer) te pakken. Kan ik dat wel, ben ik wel goed genoeg etc.. Vreselijk, maar voor veel kunstenaars en schrijvers herkenbaar. Die twijfel is ook gezond, en nodig, het helpt je uiteindelijk wel de juiste beslissing te nemen.
De zesentwintig kleurenafbeeldingen zijn echt een toegevoegde waarde. Er staat tekst onder, en soms koppelt het beeld een scène uit een hoofdstuk aan die tekst, om dan extra informatie te geven, soms vanuit een ander personage gezien. Soms liggen er hints in verborgen tussen hoofdstukken onderling.
In de flaptekst wordt gesproken over de oorspronkelijke rassen van Laersinweld. Kun je deze rassen beschrijven?
De lagae zijn van oorsprong woudbewoners, die erg gevoelig zijn voor de energiestromen van Laersinweld. Ze zijn ondertussen uitgestorven, op enkele halfbloeden zoals Hertogin Sia Nebura Raven en Trevelian Mandeo na: half mens, half lagae. De lagae waren oorspronkelijk erg tegen de emotionele, gevoelsmatige kant van de menselijke psyche, aangezien zij de ratio als het hoogste goed beschouwen. Velen gingen dan ook geen relaties aan en hun voortplanting werd door de eeuwen heen steeds moeilijker. Dat kwam ook door de gedwongen aard van hun relaties. Als twee lagae een verbintenis aangingen, dan moet je dat letterlijk nemen: hun energiestromen, hun energetische lichamen als het ware, werden op elkaar gesynchroniseerd. Nadeel daarbij was dat het een onomkeerbaar proces was, en dat de stromen niet meer individueel konden bestaan nadien. Dus als een van beiden stierf, ging de andere ook binnen korte tijd dood. Door hun afkeer van emotie gingen ze ook bijna louter verstandsrelaties aan. Een verliefde lagae was een paria, iets wat als abnormaal en afwijkend werd beschouwd. Het kwam voor, maar slechts zeer zelden.
De pallantaga: zijn een kleinere soort, amper 1m20 groot. Ze hebben een donkere huid, zijn fijn van gestalte maar wel sterk, en kunnen niet tegen zonlicht, daar hun pigment in de loop van hun leven afsterft. De witte vlekken kunnen absoluut niet tegen zonlicht, en bij te veel blootstelling sterven de pallantaga. Daarom gingen ze ondergronds leven. Het zijn meesterlijke beeldhouwers die hele steden in de rotsen uithakken, vaak rijkelijk versierd. Ook de metaalbewerking is hen niet vreemd.
De harpijen: zij leven in colonnes. Aan het hoofd staat de koningin, de moeder. Zij legt eieren waar larven uit komen die haar melk drinken en vervolgens verpoppen. De dochters die daaruit geboren worden, zijn verschillend van bouw, afhankelijk van hun functie: bouwers, jagers, voedsters etc.. Allen hebben een mentale band met de moeder: ze lezen elkaars gedachten. De dochters zijn echter ondergeschikt, hebben weinig analytisch vermogen en kunnen zonder de aansturing van de koningin niet lang alleen overleven. Het zijn dus geen volledige individuen, maar allemaal onderdelen van de koningin. Alle dochters kunnen vliegen, net als hun moeder. Zelden worden er darrachs, mannetjes geboren, die vleugelloos zijn en solitair rondtrekken tot ze bij een andere koningin terecht kunnen om haar eieren te bevruchten. Dat gebeurt na het leggen, en verklaart waarom de harpij geen begrip heeft voor de seksuele driften van de mens.
De harpij kan wel duizend jaar oud worden en bekampt territorium met andere koninginnen. Op het einde van haar leven legt ze één, uitzonderlijk twee koninginneneieren, waarna ze enkele jaren later sterft, en met haar al haar dochters. Ze hebben geen natuurlijke vijanden onder de Laersinweldse soorten.
De trollensoorten: moerastrollen, luchttrollen en rotstrollen:
De trollen noemden zichzelf oorspronkelijk anders, maar ze spreken een zeer moeilijke taal, en omdat hun huid grijsachtig is, noemden de mensen hen kort na hun aankomst in Laersinweld algauw trollen, relaterend aan hun eigen legenden vanop de Aarde.
Luchttrollen leven noordelijk, samen met de rotstrollen hebben ze een aan het Paternaat grenzend gebied, achter de Donderbergen en het Nuralgebergte van de lagae. Moerastrollen zijn ten tijde van Wintercode reeds uitgestorven, maar leefden in het westen, aan de kusten. Zij bleven vrij primitief en waren vooral slavenhandelaars die mensen vingen en verhandelden, honderden jaren voordat Wintercode zich afspeelt.
Luchttrollen zijn ingenieurs, produceren en vinden technologie uit, maar zonder gevoel voor esthetiek. Rotstrollen zijn dan weer eerder een handelsvolk, dat vele contacten heeft, maar niet zoveel scrupules over wat ze verhandelen, waarin ze wel wat op de moerastrollen lijken.
Wat vond je het moeilijkste aan het schrijven van dit boek?
De redactie was behoorlijk zwaar, omdat ik tot daarvoor niet echt ervaring had met een ver doorgedreven, professioneel redactieproces, waarbij drie redacteurs diepgaand over je werk gaan op diverse vakgebieden, van technische scèneopbouw, verhaallijnen, zin- en woord-niveau tot taalkundig niveau. Dat ik had ik toch ietsje onderschat, maar met de nodige tijd en moeite is dat helemaal goed gekomen. Wat dit ook bemoeilijkte, is dat ik eigenlijk meer dan vijf jaar aan Wintercode gewerkt heb, wel niet ononderbroken maar toch. Dat is lang, en het manuscript was in die jaren met mijn schrijfniveau meegegroeid, en nu moest dat allemaal naar het hoogste niveau gelijkgetrokken worden. Dat was niet evident, en het vergde dus de nodige inspanning om dat te bereiken.
Wat heeft jou geïnspireerd om dit boek te gaan schrijven?
De zaken die in onze wereld gebeuren. Dictatoriale regimes die jaren geleden al aan een opmars begonnen, want ik begon meer dan vijf jaar geleden aan dit verhaal. De indoctrinatie, de zaken die de burgers in die landen opeens slikten als zoete koek, ik was er door geraakt, en besloot er een verhaal rond te weven in een wereld die al bestond én bekend was door diverse van mijn andere manuscripten: Laersinweld.
Wat vind je het origineelst aan jouw verhaal?
Het eclectische aspect wat stijl en genre cross-over betreft, en ook dat ik een nieuwe wereld heb geschapen. Dit is geen middeleeuwse wereld, zoals in de epische fantasy, met de stereotiepe elfen en draken. Ook mijn trollensoorten zijn niet allemaal even trollerig, om zo te zeggen. De luchttrollen zijn bv. erg goede ingenieurs, en vervullen eerder een deel van het scifi-aspect in het boek, met hun luchtschepen, handelsrelaties, mijnbouw, industrie etc.. Niet bepaald te vergelijken met de trollen uit Harry Potter of epische fantasy.
Mijn harpijen zijn ook niet klassiek, zoals ze in de mythologie voorkomen.
Tot slot zijn wij benieuwd of je nog tips hebt voor beginnende schrijvers. Aan welke tip heb jij veel gehad?
Wim Stolk, W.J. Maryson, raadde me ooit aan niet te vroeg gepubliceerd te zijn. Hij had daar groot gelijk in. Al moet je tien jaar wachten om te weten dat je dán dat juiste boek goed genoeg kunt schrijven om ook echt een blijvende indruk mee te maken, wacht daar dan ook op. Betaal nooit voor een publicatie, en laat een contract goed nalezen door een jurist. Probeer echt via een reguliere uitgeverij gepubliceerd te geraken. Het levert je zoveel meer praktische voordelen op waar je veel verder mee geraakt dan bij een vanity-press!